-
1 промахнуться
v1) gener. missen, de bal misslaan, de plank mis zijn, de plank misslaan, ernaast slaan, falen, het schot mis zijn (о выстреле, ударе и т.п.), misgaan, misgooien, misgrijpen, misschieten, misslaan, mistasten, te kort schieten (тж. перен.), zich misrekenen2) liter. een bok schieten3) milit. ketsen (в игре на бильярде) -
2 заблуждаться
v1) gener. dwalen, zich misgaan, de plank mis zijn, de plank misslaan, feilen, vergissen zich, zich bedriegen, zich vergissen2) liter. bijster, de bal misslaan -
3 danebenhauen
-
4 ошибиться
v1) gener. buiten de waard rekenen, de plank mis zijn, de plank misslaan, een bok schieten, falen, misgrijpen, missen2) liter. ernaast slaan, mistasten -
5 сделать промах
vgener. de plank mis zijn, de plank misslaan -
6 mark
n. Mark (voornaam)mark1[ ma:k] 〈 zelfstandig naamwoord〉4 peil ⇒ niveau, standaard8 belang9 aandacht♦voorbeelden:leave one's mark on • zijn stempel drukken opmake one's mark • zich onderscheiden4 above/below the mark • boven/beneden peilI don't feel quite up to the mark • ik voel me niet helemaal fit/in ordeon your marks, get set, go! • op uw plaatsen! klaar? af!beside/off the mark • ernaastoverstep the mark • over de schreef gaan————————mark21 vlekken (maken/krijgen)II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 merken ⇒ tekenen, onderscheiden; aanduiden♦voorbeelden:1 his birth marks the beginning of a new era • zijn geboorte luidt het begin van een nieuw tijdperk inmark the occasion • de gelegenheid luister bijzettenmarked for life • voor het leven getekend -
7 miss/overshoot the mark
miss/overshoot the markhet doel missen, te ver gaan; de plank misslaan -
8 plaque
plaque [plaak]〈v.〉1 plaat(je) ⇒ plak, blad♦voorbeelden:plaque de cuisson • kookplaatplaque d'égout • riooldekselplaque d'immatriculation • (auto)nummerplaatplaque de propreté • deurplaatplaque chauffante (à induction) • (inductie)kookplaatplaque minéralogique • (auto)nummerplaatplaque tournante • draaischijf, spilêtre à côté de la plaque • de plank misslaan, er naast zittenmettre à côté de la plaque • zijn doel missen, niet bereiken¶ plaque dentaire • (tand)plaque, aanslag op tanden en kiezenf1) plaat, plak2) vlek3) ordeteken4) fiche [spel]5) elektrode6) tandaanslag -
9 plaqué
plaque [plaak]〈v.〉1 plaat(je) ⇒ plak, blad♦voorbeelden:plaque de cuisson • kookplaatplaque d'égout • riooldekselplaque d'immatriculation • (auto)nummerplaatplaque de propreté • deurplaatplaque chauffante (à induction) • (inductie)kookplaatplaque minéralogique • (auto)nummerplaatplaque tournante • draaischijf, spilêtre à côté de la plaque • de plank misslaan, er naast zittenmettre à côté de la plaque • zijn doel missen, niet bereiken¶ plaque dentaire • (tand)plaque, aanslag op tanden en kiezenm1) doublé [metaal]2) fineer [hout] -
10 gourer
gourer (se) [goeree]1 de plank misslaan ⇒ zich vergissen, er naast zitten -
11 être à côté de la plaque
être à côté de la plaquede plank misslaan, er naast zittenDictionnaire français-néerlandais > être à côté de la plaque
-
12 Hochzeit
Hochzeit1〈v.〉♦voorbeelden:die goldene, silberne Hochzeit • de gouden, zilveren bruiloft————————Hochzeit2〈v.〉 -
13 auf der falschen Hochzeit tanzen
auf der falschen Hochzeit tanzenWörterbuch Deutsch-Niederländisch > auf der falschen Hochzeit tanzen
-
14 danebenschießen
-
15 verhauen
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Русский
- Французский